VIJFTIGPLUSSERS

Toen ik bijna 50 was besefte ik dat ik ook een klager moest worden. Want als vijftiger tel je niet meer mee, dan ben je niet interessant meer voor de media. Je wordt als merkvast gezien.

Ik keek eigenlijk wel uit naar merkvastigheid. Ik kan flink van streek zijn als mijn favoriete koekjes uit de handel worden genomen. Of toen de elpee ineens weer vervangen werd door de cd. Ik neem gewoon weer een Volvo en blijf mijn tanden poetsen met Parodontax. Ik vind het niet erg dat Club Med mij liever niet wil hebben. Club Med is een strafkamp voor aerobicpatiënten.

Reclamemakers trachten jongeren te bereiken door ouderen weg te jagen. Ze noemen dat ‘selectiviteit’. Soms bereiken ze doelgroepen die ze liever niet willen bereiken. Dat noemen ze ‘waste’, en dat wordt in mijn woordenboek vertaald als ‘afval’. Daar wilde ik als ik 50 zou zijn wel eens over klagen, tenzij ik dan iets beters te doen heb, wat zeer waarschijnlijk was (Voskuil lezen, een treinreis maken door Canada, sexy vrouwen fotograferen).

De reclamemakers (en hun dienaars: de tv-makers) trachten de grijze panters van de jonge honden te scheiden door shots schots en scheef in een waanzinnig tempo aaneen te rijgen, bij voorkeur ondersteund door een housedeuntje en handelend over niets of iets extreems. Die signalen zeggen: oprotten, oudjes! De 50-plussers gehoorzamen. Zo zijn ze opgevoed. Honden laat je alleen los in een hondenloslaatgebied, als je 70 mag rijd je hoogstens 80 en als je in de penarie zit schrijf je een brief aan de koningin.

De 50-plussers hebben een probaat, maar nog ongebruikt middel om alles wat hun niet bevalt (omdat het niet voor hen bestemd is) weg te krijgen: ze moeten ernaar kijken. MTV is makkelijk twee uur achter elkaar vol te houden en je hoeft helemaal de Yes niet te lezen om Melrose Place te kunnen begrijpen. Van dat massaal bejaard kijkgedrag zullen de adverteerders niet vrolijk worden. TMF zal als eerste verdwijnen, Veronica raakt geheel de weg kwijt. Een en al ‘waste’, de onmogelijkheid van ‘selectiviteit’. Binnen twee maanden staat de hele mediamarkt op z’n kop.

Maar dat bedenken ze niet, de senioren; evenmin laten ze zich mobiliseren. Ze leven zoals het moet van Youp van ’t Hek: alsof het de laatste dag van hun leven is. Reclame gaat alleen maar over wat je morgen van plan moet zijn. 50-plussers zijn morgen zo weinig mogelijk van plan.

De oudjes klagen dat ze alleen op de televisie komen als het over alzheimer of incontinentie gaat, zo lees ik in het AD. ‘Waarom nooit eens een frisse, deskundige opinie van een oudere over de invoering van de euro?’ Een van de zegeningen van 50-plus lijken mij nou juist dat je op straat door cameraploegen genegeerd wordt. Je bent immers niet de spiegel van hun doelgroep. Je hoeft geen mening te hebben, je mag niet eens meer in die quizjes.

Als je oudjes wilt horen klagen moet je ex-omroepsters uitnodigen. Ik zag ooit Lisette Hordijk bij Paul de Leeuw. Ze drapeerde zichzelf op de vierzitsbank, benen schuin en over elkaar, suède mantelpakje en een wit T-shirtje dat strak spande om nog pronte borsten. Liggen ze te slapen bij de Playboy? ’Je bent nog prachtig, Lisette!’ riep ik tegen het beeldscherm.

Ik tel de verworvenheden van de ouderdom: kans op bijna binnen, verminderde hypotheeklast, afgenomen neiging tot overspeligheid, meeste plekken op de wereld wel gezien, acceptatie van het aftakelend lichaam, godzijdank het meeste vergeten, kinderen fijn de deur uit, ontsnapt aan prestatiedwang, fotoalbums herinneren aan avontuur, reizen wordt goedkoper en je vindt Lisette Hordijk een lekker wijf.

Het zou mij nog niet meevallen een klager te worden. Je bent pas vrij als je genegeerd wordt.